dinsdag 12 juni 2012

53% van de romans komt uit het Engels

Een geweldig goed artikel trof ik aan in The New York Review of Books.

De Engelstalige opsteller gaat langs bij een Nederlandse taalkundige en ze tellen samen de romans in zijn boekenrek. 58 komen van Engelstalige auteurs, 19 van anderstaligen, en 20 van Nederlandstaligen. De taalkundige was zich daar helemaal niet van bewust. Wanneer ik bij vrienden langs ga, zie ik gelijkaardige verhoudingen. Ik ben me daar zelf altijd zeer van bewust. De thuismarkt van Nederlandstalige auteurs wordt overstelpt door Angelsaksen, en continentale auteurs, of auteurs van elders, moeten als ze hun thuismarkt verlaten, opboksen tegen Angelsaksische machines.

Het artikel geeft meer cijfers:
In 1946 only 5 percent of Holland’s book production was made up of translations; by 2005 it had reached 35 percent and in the area of prose fiction the share had grown to 71 percent. Of those translations, 75 percent now come from English.
De auteur van het artikel redeneert vrij goed bij het dissecteren van de oorzaken. Hij gaat er wel van uit dat er geen kwaliteitsverschil aan de basis ligt. Daar ga ik echter niet mee akkoord. Ik denk wel dat er een kwaliteitsverschil bestaat. Ik heb een eindje in de UK gewoond en zag er veel veel meer agenten actief die auteurs bij de juiste mensen terecht brengen. Uitgeverijen aldaar kunnen door de grote export en door het feit dat hun eigen markt haast niet aangeraakt wordt door import met veel grotere budgetten werken. Er is dus meer ruimte om manuscripten te begeleiden. Met de veel grotere budgetten kunnen uitgeverijen zich gemakkelijker ontwikkelen tot instituten met een grote knowhow.

Als lezer valt mij bij Angelsaksische boeken vaak op dat ze geproduceerd worden volgens de eigen recepten. Er lijkt mij meer aandacht te bestaan voor karakterontwikkeling, en er wordt een strakker draaiboek gehanteerd (cliffhangers, en triggers om het verhaal naar een volgend deel te brengen). Experimentele romans treft men er minder, lijkt me. Als we zo massaal hun boeken lezen, dan kunnen we er ook van uitgaan dat hun recepten onze keuken beïnvloeden.

Het stoort mij zeer hoe de continentalen in de rij staan aan te schuiven om alle macht over de Noordzee of over de Atlantische Oceaan te steken. Een ander voorbeeldje. Je moet eens tellen op het einde van het jaar als de lijstjes uitkomen met de beste cd's van het jaar. Zelfs de Télérama (het magazine van de Parijse bobo) brengt haast niets dan Angelsaksische muziek. Je kan je afvragen wat een Zuid-Amerikaanse muzikant moet presteren om in een dergelijk lijstje terecht te komen.

Wie denkt dat het slechts over onschuldige dingen als literatuur en muziek gaat, geef ik volgende cijfers mee.
Begrotingstekort 2010, 2011, 2012 in % BNP
Italië  4.5  3.8  1.7
Spanje  9.3  8.5  5.4
Portugal  9.8  4.2  4.6
UK  10.3  8.4  7.7
US  10.7  9.7  8.3
Ik weet wel, de eurozone heeft zijn structurele tekortkomingen, en groei speelt een rol, maar dan opnieuw: als je met een tekort van 10% een groei van 2% bewerkstelligt, dan kunnen we toch niet applaudisseren.
Wij laten ondertussen de cokeneuzen in The City en in New York beslissen welke landen ze in de penarie zullen storten. We zijn niet boos geweest op de VS, toen hun rommelkredieten, herverpakt en met te hoge ratings van hun agencies, in onze contreien verkocht werden en ons zeer veel gekost hebben. Hadden we niet eens kunnen aankloppen bij de Fed Reserve? Ze kunnen daar toch geld drukken tot in het oneindige. Maar dat soort analyses wordt niet gemaakt in The Economist en de FT, waar al onze bankenmensen op geabonneerd zijn.

Om de inhoud van deze blogbijdrage minder militant te maken: het steengoede artikel waarnaar ik refereerde, komt van een Amerikaanse website, is geschreven door een Engelstalige, en ik stel er mij ook voor open.