zondag 15 december 2013

zondag 20 oktober 2013

Capitalism

Lots of people told me before the summer I needed a new mobile phone. But I am a stubborn man. I continued counting on my very first Nokia, and I paid attention - somewhere without being fully aware of it - not taking it out when other people were around to avoid their comments.

Okay, I admit, I had had other phones since the late nineties, like a BlackBerry, and more. They all proved to be less solid than the prehistoric Nokia, which was probably made in times that capitalism was not about producing phones that break after a year and a half. The old phone had fallen already a thousand times, and kept on functioning.

On the other hand, it did not look nice any more. Plus I heard about apps which make life easier. At a certain moment I turned out less stubborn than many people believed. A few months ago, I've bought myself a Samsung Galaxy. I did so together with a friend; she bought the same phone, and she took the same subscription from the same operator. Before buying, I told her that I would name my new phone Capitalism, according to the name of the system that moves us to buy things we are not sure we need.

During the weeks after, I had to call my friend a few times, as she could explain to me how to change certain settings and so on. She definitely has more talent with mobile devices.

Repetitively, I noticed myself  creating weird sentences about my phone, as sometimes I was amazed, or annoyed, or when I felt stupid having difficulties using it. I found those sentences weird, as the language mechanism did something strange: I was talking about some very concrete situations I lived with my phone, but my words were carried to the abstract level of our economic system, and maybe - I don't know - it says something about my position towards it. I have written some examples down:

- Capitalism is so much smarter than I am.

- I am just scratching the surface of Capitalism's possibilities.

- Pffff, Capitalism will never work, it takes too many evenings.

- I wonder if I master Capitalism, or if Capitalism is mastering me.

- Capitalism does not grant me a minute of peace.

- Capitalism knows all the time where I am, and what I am doing.

- Capitalism does not like me.

- At least some functions of Capitalism do make sense.

- It is so nice to spend a day without Capitalism.

- Everybody should be jealous of Capitalism.

- Capitalism applies filthy tricks to change you, if you don't pay attention to it.

- Life was easier before Capitalism, but I do like it.

woensdag 20 februari 2013

Das groβe Heldenopfer

Soms stoot men op een krantenartikel waarvan je weet dat het enkele dagen in je hoofd zal spoken. Die Zeit bracht 70 jaar na datum duiding over Goebbels’ redevoering van 18 februari 1943, enkele dagen na de nederlaag in Stalingrad. “Damit begann das Dritte Reich die Inszenierung des eigenen Untergangs,” zo stelt de auteur, en die enscenering ligt geheel in lijn met de Duitse militaire traditie van de 19e eeuw. Voor mij was dit niet alleen nieuw, maar ook een verrassing. Het Duitse leger was in toen in handen van de Duitse adel en die hield er heel andere principes dan Hitler op na.
De traditie van de Duitse ondergangscultus werd als constante niet onderbroken tijdens de Weimar-republiek. In de film Morgenrot bijvoorbeeld, die in het interbellum uitkwam, zegt een commandant van een onderzeeër tot zijn moeder: “Leben können wir Deutsche vielleicht schlecht, aber sterben können wir jedenfalls fabelhaft.”
In 1945 heeft Hitler tot Speer gezegd dat men niet moet nadenken over hoe de Duitsers zouden moeten verder leven na de nederlaag: “Denn das Volk hat sich als das schwächere erwiesen, und dem stärkeren Ostvolk gehört ausschlieβlich die Zukunft.” Dergelijke ideeën zorgden ervoor dat de leider in de slotfase van de oorlog oude mannen, vrouwen en kinderen tot vrijwillige legerdienst dwong.
De auteur van de bijdrage stelt ons gerust: “Die wahnhafte Vorstellung vom Heldenkampf und heroischen Untergang , wie sie die Militärtradition des 19. Jahrhunderts ausgeprägt hat, ist in Deutschland nach 1945 komplett verschwunden. Die Erinnerung daran befremdet nur noch.”
En ik moet dringend de biografische geschriften van Speer te pakken krijgen. Die staan al lang op mijn leeslijstje.

vrijdag 18 januari 2013

Auto's rijden achteruit

ik betrap er mezelf vaak op; ontmoet ik iemand die zijn vleesetende gewoontes niet aangepast heeft, en bovendien over een auto beschikt, dan denk ik wel eens: you are sooooo passé.

In 1890 vonden velen de kolonisatiemethoden van Leopold II voorbijgestreefd en zelfs misdadig. Twee eeuwen eerder had het nog gekund. De tijdsgeest was echter veranderd.

Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat over 20 jaar geen enkele geciviliseerde westerling nog vlees eet als zoals de meeste niet-vegetariërs heden ten dage. In veel milieus kan het nu al niet meer. Veganistische restaurants floreren.

Over het autogebruik had ik altijd mijn twijfels. Vandaar dat volgend artikel in De Standaard mij opbeurde: jongeren willen steeds minder een auto. Ik kan die trend alleen toejuichen. Er zijn een boel dingen over autogebruik die ik niet snap. Die dingen vervuilen de lucht, maken een ontzettend lawaai, eisen buitensporig veel ruimte op in de publieke ruimte, het verkeer is veel te veel op hen afgestemd, ze veroorzaken veel verkeersdoden. Prins Laurent houdt van auto's. Wie wil de von Sachsen-Coburg worden van 2025?

maandag 14 januari 2013

The Ozzies over wat een natie zijn mag

Op the homepage van The Economist een fantastisch audio-interview met
father-daughter writing team Amoz Oz and Fania Oz-Salzberger about the unique and enduring relationship between texts and Jewish culture.

Ze betogen dat joods-zijn niet zozeer met land of geloof te maken heeft, maar met de traditie van omgang met tekst, en de specifieke mentaliteit die daaruit voortvloeit. Als liefhebber van het geschreven woord mag ik dit graag horen! Ik ben overigens overtuigd dat er iets gelijkaardigs bestaat voor de Nederlandstaligen. Een gemeenschappelijke mentaliteit die meest uitgekristalliseerd wordt in Max Havelaar.

Het is geweldig deze twee auteurs over de grondslagen van een natie te horen praten in een tijdgewricht waarin het debat in Vlaanderen zich verengt tot een competitie om ter domste aanval op de N-VA.
Ik hoop ooit mensen zo warm te horen praten over hun liefde voor de Nederlandse taal en de Nederlandse teksttraditie als deze twee moderne zionisten, in de mate dat dit mogelijk zou zijn. Men mag beginnen met op te merken dat Vlaanderen en Nederland op vele vlakken een geheel kunnen vormen.